Pelvic Congestion Syndroom: de behandeling

De behandeling bij een Pelvic Congestion Syndroom bestaat uit het uitschakelen van de ader als aangetoond is dat het bloed abnormaal van boven naar beneden stroomt, door niet meer functionerende klepjes, zonder dat er een vernauwing is gevonden. De behandeling is dan het dichtmaken van de ader met behulp van metalen veertjes met draadjes eraan. Deze veroorzaken een verstopping van de ader en daarmee is het terugstromen door de ader van boven naar beneden behandeld. Soms wordt deze gecombineerd met het scleroseren van de bloedvaten. Hierbij wordt er een vloeistof in de ader gespoten die de wand van de ader beschadigd en er ook voor moet zorgen dan het bloedvat dicht gaat.  Als er een MTS gevonden wordt als oorzaak voor de spataderen in de buik dan kan deze behandeld worden door de vernauwing te dotteren en te stenten (MTS).  Als een vernauwing in de nier ader als oorzaak gevonden wordt dan kan deze vernauwing gedotterd worden en gestent (Nutcracker).  Als er een stent geplaatst is moet minimaal 3-6 maanden antistollingsmedicatie gebruikt worden.

De dag na de ingreep wordt met een controle echo gekeken of de stent goed doorgankelijk is.

Sluit de enquête