Tekst

Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Ieder jaar worden er ongeveer 300.000 mensen na een hartinfarct, beroerte of andere hart- of vaatziekte in het ziekenhuis opgenomen. En elk jaar overlijden er meer dan 50.000 mensen aan de gevolgen van deze aandoeningen. Dat is een derde van het totaal aantal mensen dat in Nederland overlijdt. In Limburg, en met name de streek rond Maastricht, is de situatie alarmerender dan in de rest van Nederland. Er komen meer hartinfarcten voor dan waar ook in ons land.

In 2017 staan de volgende vier (onderzoeks)projecten centraal bij de fondsenwerving:

Plotse hartdood

Een erfelijke kwestie? Het onderzoek van dr. Rachel ter Bekke spitst zich toe op genetische factoren van plotselinge hartstilstand. Door een 'foutje 'in het DNA kan in sommige, Limburgse families plotselinge hartstilstand optreden. Doel van het onderzoek, ook wel De Worm-Studie genoemd, is om risicopatiënten vroegtijdig op te sporen door onderzoek van DNA bij bestaande patiënten en hun familie. Maar van de resultaten zal uiteindelijk niet alleen de Limburgse bevolking profiteren, maar de hele wereld.

Aangeboren hartklepafwijkingen

Het onderzoek van dr. Bas Kietselaer gaat over aangeboren hartklepafwijkingen. Bij ongeveer 1 op de 50 Nederlanders bestaat de aortaklep uit twee klepbladen i.p.v. drie. Doel van het onderzoek is om patiënten met een dergelijke aortaklep vroegtijdig op te sporen en vervolgens de klepafwijking beter te behandelen. Tijdig behandelen voorkomt ernstig ziek worden en een betere behandeling met medicijnen maakt hartoperaties, vaak op jonge leeftijd, wellicht overbodig.

Vrouwelijke vorm van hartfalen

Het onderzoek van dr. Vanessa van Empel en dr. Blanche Schroen spitst zich erop toe, waarom specifieke uitingen van hart- en vaatziekten juist bij vrouwen voorkomen. Hart- en vaatziekten zijn nog steeds doodsoorzaak nummer 1 bij vrouwen, terwijl de signalen dat er iets mis is met het hart toch pas laat worden herkend. Om dit te veranderen is onderzoek noodzakelijk om de vrouwelijke vorm van hartfalen eerder te herkennen en zo de behandeling beter af te kunnen stemmen op de behoefte van vrouwen.

Reanimatieonderwijs

Bij een plotselinge hartstilstand is het van groot belang dat omstanders onmiddellijk in kunnen grijpen via reanimatie. De beste plaats om reanimeren aan te leren is de middelbare school, want jong geleerd is oud gedaan. Het project 'reanimatieonderwijs' van Prof. dr. Ton Gorgels zorgt ervoor dat derde en vierdeklassers van de middelbare scholen in de regio reanimatieonderwijs krijgen. Bovendien krijgen de leerlingen informatie over een gezonde leefstijl die hart- en vaatproblemen kan voorkomen.

Hartritmestoornissen

Vanuit het Hart+Vaat Centrum/Maastricht UMC+ werkt Prof. dr. Harry Crijns aan een onderzoek dat moet leiden naar een remedie tegen boezemfibrilleren, in de volksmond beter bekend als ‘hartritmestoornissen’. 

Sluit de enquête