Onderzoeken
Voor dit onderzoek wordt bloed afgenomen en onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde stoffen: D-dimeren. Veel D-dimeren in het bloed kan een aanwijzing zijn dat u trombose heeft en is reden voor een vervolgonderzoek - ook als het verder weinig waarschijnlijk is dat u trombose heeft.
Bij dit onderzoek wordt eerst een contrastvloeistof in de bloedvaten gespoten. Door deze vloeistof ontstaan er scherpere contrasten. Vervolgens wordt een CT-scan van de longen gemaakt. Een CT-scan is een computerbewerking van röntgenopnamen. Hierdoor kunnen dwarsdoorsneden van het lichaam worden bekeken.
Met een ventilatie-perfusiescan wordt de doorbloeding van de longen in beeld gebracht. Dit gebeurt met behulp van een injectie met een licht radioactieve stof en een speciale camera. Een ventilatie-perfusiescan wordt alleen gemaakt als een CT-angiografie niet mogelijk is of onvoldoende duidelijkheid geeft.