Mitraalklepoperatie minimaal invasief

Als één van de weinige centra in Nederland kunnen wij in sommige situaties uw mitraalklep opereren zonder dat uw borstbeen hiervoor geopend dient te worden. Bij deze operatie worden er 3 sneetjes (een van 4-6 cm en 2 van 1 cm) aan de rechterzijkant van uw borstkas gemaakt. Via deze openingen zal de arts speciale instrumenten (zoals een thoracoscoop) inbrengen om te opereren.  De thoracoscoop is een videocamera met licht zodat de arts in de borstkas kan kijken. Uw rechterlong zal door de artsen ingeklapt worden zodat men kan opereren. Om de operatie goed te kunnen uitvoeren is het nodig om tijdens de operatie het hart stil te leggen, u wordt dan aangesloten via de lies aan de hart-longmachine.  De hart-longmachine neemt de functie van het hart en de longen over en zorgt ervoor dat het lichaam voorzien wordt van bloed en zuurstof.

Nadat uw hart is stilgelegd kan de arts de aangedane klep bekijken, repareren of vervangen door een kunstklep. Wanneer de klep behandeld is zal het hart weer worden gesloten en doorbloed worden waarna het zijn functie weer zal hernemen. De hart-longmachine zal worden verwijderd en er zal tijdelijk een slang (drain) worden geplaatst om ervoor te zorgen dat de long zich weer helemaal ontplooit. Hierna zullen de wondjes gehecht worden.

Na de operatie wordt u terwijl u nog slaapt, overgeplaatst naar de Intensive Care afdeling F3 . Tijdens uw verblijf op deze afdeling krijgt u een intensieve verzorging en bewaking.  Zo gauw als uw conditie het toelaat zal u overgeplaatst worden naar de Medium Care afdeling. Vaak is dit de dag erna maar soms is het noodzakelijk om u langer in slaap te houden waardoor u langer op de Intensive Care verblijft. Zo gauw als uw conditie het toelaat zal u naar de verpleegafdeling worden overgeplaatst, hier zal ook gestart worden met revalideren.  Voor meer informatie over de opname en de zorg op de afdelingen, verwijzen wij u naar de volgende informatiebladen:

Voor informatie over hartrevalidatie:

Complicaties bij een hartoperatie

Aan iedere operatie zijn complicaties verbonden, dit zal uitgebreid met u besproken worden tijdens het gesprek met de hartchirurg.

Mogelijke complicaties zijn:

  • Bloeding, die kunnen zowel tijdens als na de operatie ontstaan in de borstkas of in het hartzakje.  In beide gevallen zal de chirurg kijken wat de oorzaak is van de bloeding en deze behandelen.  
  • Geleidingsstoornissen of ritmestoornissen kunnen optreden. Deze kunnen met medicijnen of een tijdelijke pacemaker worden behandeld.
  • Vorming van een bloedstolsel waardoor een beroerte (CVA) of een trombosebeen kan ontstaan.
  • Infecties, dit kan een blaasontsteking, luchtweginfectie of een infectie aan de operatiewond zijn. In het algemeen zijn deze goed te behandelen met medicijnen. In het geval van een wondinfectie kan het noodzakelijk zijn om de wond weer te openen zodat de infectie ontlast kan worden.