Vernauwing van de beenslagaders (etalagebenen, perifeer vaatlijden)

Wat is een vernauwing van de beenslagaders?

Wanneer het lichaam probeert de beschadiging te herstellen, klonteren bloedplaatjes samen op de beschadigde plaats. Deze ophopingen noemen we plaques. Op deze plaque kan zich uiteindelijk ook kalk afzetten waardoor deze verhardt (sclerose). Hierdoor wordt de ruimte in het bloedvat kleiner, dit noemen we vaatvernauwing of perifeer vaatlijden. Als een bloedvat zich steeds verder vernauwt, zodat het vat geheel dicht zit, is sprake van een afsluiting. Door een vernauwing of afsluiting van een slagader naar de benen kan er minder of zelfs geen bloed doorstromen. Daardoor ontstaat er een gebrek aan zuurstof in het been. Afhankelijk van de ernst van het zuurstoftekort kan dit leiden tot verschillende klachten. 

Door slagaderverkalking ofwel artherosclerose kan er een vaatvernauwing in de beenslagaders ontstaan, ook wel perifeer vaatlijden of etalagebenen genoemd. Slagaderverkalking ontstaat doordat op een bepaalde plaats in de vaatwand bloedplaatjes, cholesterol en gladde spiercellen zich opeenhopen. Dit begint met een kleine beschadiging van de gladde binnenwand van het bloedvat.

Symptomen

Een vernauwing of zelfs volledige verstopping van een slagader hoeft niet altijd aanleiding te geven tot  (ernstige) klachten. Soms worden door het lichaam kleine nieuwe bloedvaatjes gevormd die de vernauwing of verstopping overbruggen waardoor de bloedvoorziening toch voldoende blijft. Deze bloedvaatjes worden ook wel collateralen genoemd.

Klachten die voorkomen zijn:
Etalagebenen (Claudicatio intermittens)
De beenspieren hebben bij inspanning veel meer bloed en zuurstof nodig dan in rust. Daardoor kan vooral bij inspanning verzuring van de spieren optreden waardoor er een krampachtige pijn ontstaat. Na een eindje wandelen, kan dan pijn ontstaan in één of beide benen. Na een korte tijd rusten verdwijnt de pijn en kan men weer een eindje verder lopen.

Rustpijn
Het is ook mogelijk dat er zo weinig bloed naar de benen stroomt dat er zelfs in rust, of 's nachts in bed, pijn ontstaat. Dit wordt rustpijn genoemd. Wanneer men dan het been uit het bed laat hangen of in een stoel gaat zitten, wordt de pijn soms minder. Dit komt omdat de zwaartekracht de bloedtoevoer net voldoende verbetert om de rustpijn op te heffen.

Afstervingsproces
Als er nauwelijks doorbloeding is, is de kans op wondjes en infecties groot. Wanneer deze infectie zich uitbreidt kan het weefsel afsterven, wat zich uit in donkerblauwe of zwarte verkleuringen. Dit wordt necrose (bij een droge wond) of gangreen ( koudvuur , bij een natte wond) genoemd. Soms ontstaan er wonden die niet genezen of sterven één of meerdere tenen af. Zonder operatie waarbij de doorbloeding wordt hersteld, is een amputatie van het betreffende been dan dikwijls niet te vermijden.
Andere klachten van vernauwing kunnen zijn: koude voeten, verminderde haargroei op de benen, verdikte teennagels (vaak met schimmelinfectie) en vertraagde nagelgroei. Door de slechtere doorbloeding kunnen de benen bleek worden bij optillen en rood verkleuren bij het laten hangen van de benen.