Wat zijn steunkousen?
Therapeutisch elastische kousen geven u ondersteuning en druk op uw been of benen. Deze druk wordt ook wel compressie genoemd. De compressie van de steunkous is het hoogst bij het onderbeen / de enkel en wordt gradueel minder naar boven toe. Door de compressie, die van buiten op uw benen wordt uitgeoefend, wordt de circulatie van uw bloed gestimuleerd. De elastische steunkous geeft een dusdanige druk en duwt als het ware uw bloed omhoog richting het hart. Uw onderbenen worden weer voorzien van voeding en zuurstof. Eventueel vocht dat zich heeft opgehoopt wordt met de juiste kous afgevoerd, en de dikte van uw been of benen wordt minder. Afhankelijk van de ernst van uw klachten kunt u kiezen uit kniekousen, dijbeen steunkousen of een steunpanty. Ook kunt u de keuze maken voor kousen met of zonder naad en met of zonder voetstuk. Er zijn voor wat de druk betreft verschillende typen elastische kousen, onder te verdelen in drukklassen.
Onderhoud van steunkousen
Goed onderhoud is belangrijk voor het effect van de steunkousen. Was uw kousen regelmatig (2-3 keer in de week) en let op het wasvoorschrift. De meeste kousen kunnen niet in de droger en er mag geen wasmiddel gebruikt worden. U kunt de kousen het best met de hand wassen in lauwwarm water. Dep de kousen droog met een handdoek tot het water er zo goed mogelijk uit is. Vooral de kousen niet uitwringen en geen warmte van apparaten of de zon gebruiken. Dit tast de elastische kousen aan. Door wassen wordt de kous soepeler en gemakkelijker aan en uit te trekken. Ook is het wassen van de kous beter voor de elastische draden en de druk van de kous. Stop de kousen ook niet in de droger of centrifuge.
Steunkousen aan- en uittrekken
Wij adviseren u de elastische kousen aan te trekken op het moment dat uw benen het dunst zijn, dat is ’s ochtends. Let op met uw mogelijk scherpe nagels en zorg dat u geen ringen of armbanden draagt. Wilt u het helemaal veilig doen en wilt u optimale grip, dan kunt u ook rubberen steunkoushandschoenen dragen.
Elastische kousen worden door de meeste zorgverzekeraars vergoed. Het aantal kousen, de frequentie en de vergoeding hangt af van uw verzekering en verzekeraar.
Wat is een conservatieve behandeling?
Een conservatieve behandeling betekent “zonder te opereren”. Meestal worden dan medicijnen voorgeschreven, in dit geval antistolling, ook wel bloedverdunners genoemd.
Antistolling
Gebruikelijk is dat patiënten die eenmaal een trombosebeen hebben doorgemaakt na drie tot zes maanden stoppen met de bloedverdunning. Heeft de patiënt tweemaal een trombosebeen gehad, dan krijgt de patiënt levenslang bloedverdunners. Tot voor kort kregen patiënten allemaal bloedverdunners via de trombosedienst, maar de moderne bloedverdunningsmiddelen, waarbij geen controlemetingen via de trombosedienst meer hoeven te worden verricht, zullen in de toekomst de oude middelen grotendeels vervangen.
Een patiënt die conservatief behandeld wordt voor een PTS zal dus afhankelijk hiervan een bloedverdunningsmiddel hebben. Wij zijn van mening dat als de afvloed vanaf de lies naar het hart beperkt is, dat een patiënt mogelijk baat heeft bij het gebruik van een bloedverdunningsmiddel. De reden is dat deze patiënten afhankelijk zijn van de alternatieve routes die het bloed heeft ontwikkeld om de verstopte normale route te omzeilen en dat, ter voorkoming van een nieuwe trombose in zo’n belangrijke omweg, het gebruik van een bloedverdunner mogelijk beter is. Dit zal per patiënt verschillend kunnen zijn.
Patiënteninformatie
Lees meer in de volgende bladen:
- Post-Trombotisch Syndroom: Dotter en stent behandeling in combinatie met een lies operatie
- Post-Trombotisch Syndroom: Dotter en stent behandeling
Post-Trombotisch syndroom
Mensen met dit syndroom hebben vaak last van:
- pijn in de benen in rust
- pijn bij het lopen
- zware benen
- moe gevoel
- spataders
- vocht vasthouden
- soms beschadigingen van de huid bij de enkel
Bij een syndroom zijn er allerlei klachten aanwezig die één oorzaak hebben. De oorzaak van het post-trombotisch syndroom is een vernauwing in de aders van het bekken, de lies en het bovenbeen die de bloedstroom door het been belemmert. Hierdoor loopt de druk in de aders van het been op. Dit is het gevolg van een trombosebeen (dit kan in sommige gevallen ongemerkt voorkomen) waardoor het bloedvat afgesloten is geraakt. Door een ontstekingsreactie is de trombose deels opgelost, maar zijn er littekens ontstaan in uw vaten die zorgen voor vernauwingen.
Angioplastie (dotteren) en stenting is het oprekken van een bloedvat door middel van een ballon en het achterlaten van een metalen "veertje" (stent) om een bloedvat open te houden. Stents zijn een soort ronde buisjes van kippengaas die als stutwerk in een bloedvat werken. Als ze geplaatst worden kan het bloedvat niet meer samenvallen en de littekens worden aan de kant geduwd. In het linker plaatje hieronder ziet u een stent en in het rechter zijn 2 stents in de bekkenvenen geplaatst.
Het is erg belangrijk voor patiënten met PTS om zoveel mogelijk te bewegen. Omdat het bloed door de kuitspier uit het been wordt gepompt, is het belangrijk met name die spieren bij het bewegen te betrekken. Dus lopen is beter dan fietsen, omdat fietsen gebeurt met de bil- en bovenbeenspieren. Het advies is dan ook om zoveel mogelijk te lopen. Mocht het lopen te pijnlijk zijn, dan is het beter om met pijnstillers meer te lopen dan minder te lopen, omdat de pijn wel vervelend is maar niet gevaarlijk. Door deze herhaalde oefeningen kunnen zich meer alternatieve ader routes naar het hart ontwikkelen en dus de afvoer capaciteit, met als gevolg dat de klachten uiteindelijk verminderen.
Leefregels
Er zijn geen bijzondere leefregels die de klachten veroorzaakt door PTS beïnvloeden. Wel is het van belang om bij ernstig overgewicht zoveel mogelijk af te vallen. Daarnaast zijn natuurlijk de algemene gezonde leefregels van kracht.
Resultaten behandeling
De resultaten van de behandelingen zijn verschillend, omdat de ernst van de schade aan de aderen bepaald welke behandeling mogelijk is.
Als een behandeling uitgevoerd kan worden met alleen het dotteren en stenten van de zieke ader dan mag verwacht worden dat in 80-90% van de gevallen de stents open blijven. Als men echter ook een lies operatie moet uitvoeren, dan daalt het succespercentage naar 70-80%. Heeft men daarentegen een bypass operatie nodig, dan is het succespercentage lager namelijk 50-60%. Belangrijk is dat als de behandeling niet gelukt is, de klachten hetzelfde blijven als voor de behandeling, omdat voor de behandeling de aderen ook verstopt waren.
In het algemeen kan men stellen dat er een goede kans is op goed toegankelijke stents, met een daarbij horende vermindering van de klachten, met nagenoeg geen risico op toename van de klachten na een mislukte behandeling.