Patiënteninformatie

Lees meer in de volgende bladen:

Aortachirurgie

Aortachirurgie kan voorkomen bij een aorta aneurysma. Dit is een plaatselijke verwijding van een slagader. Als de verwijding toeneemt, bestaat de kans op scheuren van een aneurysma. Bij ernstige verwijdingen is een ingreep nodig: plaatsen van een prothese op de plek van de verwijding. Bij een geringe verwijding van de aorta is de kans op scheuren niet groot. Het risico op scheuren van een aneurysma neemt snel toe bij een doorsnede vanaf 5.5 cm (borstkas) en 6 cm (buik). Dan zal de chirurg een plaatsing van een prothese overwegen. Soms wordt er al eerder gekozen voor een operatie als er sprake is van een verhoogde kans op scheuren zoals bij bepaalde aangeboren aandoeningen (bijvoorbeeld het syndroom van Marfan), wanneer een aneurysma veel voorkomt in de familie of wanneer om een andere redden al een hartoperatie uitgevoerd moet worden. 

Plaatsing van een vaatprothese kan op 2 manieren: via een operatie of dmv een zogenaamde endoprothese (EVAR: endovascular aneurysm repair). Deze laatste wordt dan opgevoerd via de lies naar de plek van het aneurysma. In het geval dat het aneurysma dicht bij het hart en/of de eerste halsvaten zit is er veelal een operatie vereist. Deze wordt uitgevoerd door de cardiothoracaal chirurg. In het geval dat er sprake is van een uitgebreidere aantasting van aorta, met name ook dalende deel van aorta en buikslagader dan is er een intensieve samenwerking met onze vaatchirurgen. Vaak vind er dan er dan ook een gecombineerde ingreep (“hybride”) plaats. Dit houdt in een combinatie van een operatie met het plaatsen van een endoprothese (in een later stadium). 

Operatie

De operatie vindt onder volledige narcose plaats. De borstkas wordt meestal via het borstbeen geopend en er zal gebruik worden gemaakt van een hart-longmachine. Nadat de bloedsomloop is overgenomen door de hart-longmachine kan het aneurysma verwijderd worden en vervangen door een kunststofprothese. In het geval dat het aneurysma ook ter hoogte van de aftakking zit van de halsvaten zal de lichaamstemperatuur omlaag (“diepe koeling”) worden gebracht ter bescherming van organen zoals de hersenen. Soms is zelfs kortdurend de algehele bloedsomloop stopzetten noodzakelijk. In dat geval wordt de bloedsomloop richting hersenen nog wel voortgezet met behulp van de hart-longmachine. Dit alles vindt onder gecontroleerde omstandigheden plaats en met intensieve monitoring zodat er een veilig verloop is van de operatie.

In het geval dat er ook een hartklep- of andere hartaandoening is dan zal deze ook tijdens de aortaoperatie behandeld worden.

Na de operatie wordt u terwijl u nog slaapt, overgeplaatst naar de Intensive Care afdeling F3. Tijdens uw verblijf op deze afdeling krijgt u een intensieve verzorging en bewaking.  Zo gauw als uw conditie het toelaat zal u overgeplaatst worden naar de Medium Care afdeling. Vaak is dit de dag erna maar soms is het noodzakelijk om u langer in slaap te houden waardoor u langer op de Intensive Care verblijft. Zo gauw als uw conditie het toelaat zal u naar de verpleegafdeling worden overgeplaatst, hier zal ook gestart worden met revalideren.  Op de verpleegafdeling zal nog een controle CT scan plaatsvinden.  Verder zult vervolgd worden op onze polikliniek. Er zal met regelmaat een controle onderzoek (hartecho, CT scan of MRI scan) plaatsvinden.

Risico’s en complicaties

 Bij elke ingreep zijn er risico’s op complicaties als:

  • Bloeding: die kunnen zowel tijdens als na de operatie ontstaan in de borstkas of in het hartzakje.  In beide gevallen zal de chirurg kijken wat de oorzaak is van de bloeding en deze behandelen.  
  • Problemen met de bloedsomloop naar de hersenen bijvoorbeeld door een stolsel waardoor een (tijdelijke) beroerte (CVA) kan ontstaan.
  • Infecties: dit kan een blaasontsteking, luchtweginfectie of een infectie aan de operatiewond zijn. In het algemeen zijn deze goed te behandelen met medicijnen. In het geval van een wondinfectie kan het noodzakelijk zijn om de wond weer te openen zodat de infectie ontlast kan worden.