• Wat is diep veneuze trombose?

    Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Sluit het bloedstolsel een ader af, dan noemen we dat een veneuze trombose. Diep veneuze trombose (DVT) komt vooral voor in de aderen van de benen of het bekken en kan leiden tot het bekende trombosebeen.  Net als in het been kan er ook trombose in de arm ontstaan. Dit heet armvenetrombose of kortweg ‘een trombosearm’.

    DVT

    Symptomen

    Trombose kan verschillende klachten geven. Een van de bekendste klachten is het ‘trombosebeen’: een gezwollen en pijnlijk been. Daarnaast kan het been een rood-paarse kleur krijgen, kan de huid strakgespannen staan en glanzen, en kan het been warm aanvoelen. Belangrijk: niet iedereen krijgt deze klachten of uiterlijke kenmerken! Sommige mensen hebben alleen pijn die op hevige spierpijn lijkt en hebben verder geen uiterlijke kenmerken. De belangrijkste klachten bij een trombosearm zijn pijn en/of zwelling.

    Als een DVT geconstateerd is en er is een zwelling van het gehele been, dus ook het bovenbeen, dan is de kans op het krijgen van een ernstig post-trombotisch syndroom groter dan als er slechts een gezwollen onderbeen is. In zo een geval wordt aangeraden om het stolsel in de acute fase (binnen 2 weken na het ontstaan van een DVT) te verwijderen. Dit wordt in het Maastricht UMC+ gedaan.

    Oorzaken

    Er zijn een aantal situaties waarvan bekend is dat deze het risico op trombose verhogen. Bekende factoren zijn bijv. operaties, langdurige bedrust of een been dat lang in een gipsverband zit, het gebruik van de anticonceptiepil, zwangerschap en kraambed. Trombose kan ook optreden doordat het bloed sneller kan stollen dan normaal. We noemen dat een verhoogde stollingsneiging (trombofilie). Deze verhoogde stollingsneiging van het bloed is vaak aangeboren. Meestal bestaat er een combinatie van erfelijke- en omgevingsfactoren.

    Gevolgen

    Wanneer het bloedstolsel losschiet, kan dit een longembolie veroorzaken. Een longembolie is een afsluiting van de vaten in de longen door een bloedstolsel.

    Daarnaast kan er als gevolg van trombose in het been een chronische aandoening ontstaan: een aandoening die nooit meer helemaal overgaat. Het gaat om het Post-Trombotisch Syndroom (PTS). Hoe vaker u last van trombose heeft, hoe groter de kans op dit syndroom. Vandaar dat het erg belangrijk is dat u tijdig hulp zoekt en u zo goed mogelijk aan de leefregels houdt. Bij PTS wordt met name de afvloed van het bloed belemmerd door de vernauwde, verlittekende aderen, waardoor het bloed niet goed terug kan stromen naar het hart. Daarnaast kunnen de kleppen in de aderen kapot gegaan zijn, wat ook een slechtere afvloed van het bloed uit het been veroorzaakt.  Door deze verslechterde terugstroom hoopt bloed en vocht zich op in het been, hetgeen de PTS klachten veroorzaakt.

    Hoe frequent zien wij DVT?

    Een DVT komt voor in circa 2 op de 1000 personen per jaar. In 20 tot 50% van de gevallen zal op de lange termijn een PTS ontstaan. In 5-10% zelfs een ernstig PTS.

     

    Lees meer

  • Wat is een trombosebeen?

    Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Sluit het bloedstolsel een ader af, dan noemen we dat een veneuze trombose. Diep veneuze trombose (DVT) komt vooral voor in de aderen van de benen of het bekken en kan leiden tot het bekende trombosebeen. Een trombosebeen is een veelvoorkomende aandoening, jaarlijks krijgen 25.000 Nederlanders hiermee te maken. Zonder preventieve maatregelen ontwikkelt ongeveer de helft van de patiënten het zogeheten post-trombotisch syndroom (PTS). Dit kan onder meer leiden tot chronische pijn, wonden aan het been en zwelling. Antistollingsmedicatie en steunkousen vormen de standaardbehandeling. Die medicatie zorgt ervoor dat het stolsel niet doorgroeit. Het lichaam breekt uiteindelijk zelf het stolsel af: hoe beter dit lukt hoe kleiner de kans om PTS te krijgen.

    Symptomen

    De bekendste symptomen van een trombosebeen zijn een gezwollen en pijnlijk been. Daarnaast kan het been een rood-paarse kleur krijgen, kan de huid strakgespannen staan en glanzen, en kan het been warm aanvoelen. Belangrijk: niet iedereen krijgt deze klachten of uiterlijke kenmerken! Sommige mensen hebben alleen pijn die op hevige spierpijn lijkt en hebben verder geen uiterlijke kenmerken.

    Oorzaken

    Er zijn een aantal situaties waarvan bekend is dat deze het risico op trombose verhogen. Bekende factoren zijn bijv. operaties, langdurige bedrust of een been dat lang in een gipsverband zit, het gebruik van de anticonceptiepil, zwangerschap en kraambed. Trombose kan ook optreden doordat het bloed sneller kan stollen dan normaal. We noemen dat een verhoogde stollingsneiging (trombofilie). Deze verhoogde stollingsneiging van het bloed is vaak aangeboren. Meestal bestaat er een combinatie van erfelijke- en omgevingsfactoren.

    Gevolgen

    Wanneer het bloedstolsel losschiet, kan dit een longembolie veroorzaken. Een longembolie is een afsluiting van de vaten in de longen door een bloedstolsel.

    Daarnaast kan er als gevolg van trombose in het been een chronische aandoening ontstaan: een aandoening die nooit meer helemaal overgaat. Het gaat om het Post-Trombotisch Syndroom (PTS). Hoe vaker u last van trombose heeft, hoe groter de kans op dit syndroom. Vandaar dat het erg belangrijk is dat u tijdig hulp zoekt en u zo goed mogelijk aan de leefregels houdt. Bij PTS wordt met name de afvloed van het bloed belemmerd door de vernauwde, verlittekende aderen, waardoor het bloed niet goed terug kan stromen naar het hart. Daarnaast kunnen de kleppen in de aderen kapot gegaan zijn, wat ook een slechtere afvloed van het bloed uit het been veroorzaakt.  Door deze verslechterde terugstroom hoopt bloed en vocht zich op in het been, hetgeen de PTS klachten veroorzaakt.

     

    Lees meer

  • Wat is post-trombotisch syndroom?

    Het post-trombotisch syndroom (PTS) is een combinatie van huidverschijnselen aan het been die ontstaat bij mensen die een diep veneuze trombose (DVT) hebben doorgemaakt. Bij PTS wordt met name de afvloed van het bloed belemmerd door de vernauwde, verlittekende aderen, waardoor het bloed niet goed terug kan stromen naar het hart. Daarnaast kunnen de kleppen in de aderen kapot gegaan zijn, wat ook een slechtere afvloed van het bloed uit het been veroorzaakt.  Door deze verslechterde terugstroom hoopt bloed en vocht zich op in het been, hetgeen de PTS klachten veroorzaakt.

    Het PTS ontwikkelt zich meestal binnen twee jaar na een DVT en komt bij 20-50% van de mensen met een DVT voor. Het is een chronische aandoening: een aandoening die nooit meer helemaal over gaat.

    Als de trombose gelokaliseerd is tussen de liesader en de onderste holle ader, waarbij de patiënt niet alleen een gezwollen kuit maar ook een gezwollen bovenbeen heeft, dan is de kans op het ontwikkelen van een PTS bijna 80% en zullen de klachten over het algemeen ernstiger zijn.

    Symptomen

    Bij PTS heeft u veel last van uw been. Het been voelt zwaar en vermoeid aan en kan rood tot paars gekleurd zijn. In het been hebben zich spataderen gevormd. Vaak zit er vocht in het been, daardoor staat de huid strakgespannen. Ook kan er na verloop van tijd een wond aan het been ontstaan. Deze wond geneest maar moeilijk, vandaar dat deze klacht bekend staat onder de naam open been (ulcus cruris)

    Doordat het bloed minder goed terug kan stromen naar het hart zal bij inspanning, waarbij er meer bloed naar het been stroomt, de afvloed belemmerd worden wat nog meer klachten veroorzaakt. Uiteindelijk zullen patiënten moeten stoppen met lopen en gaan zitten. Bij voorkeur moet de patiënt met het been omhoog liggen zodat "het been kan leeglopen".  Dit laatste staat bekend als een veneuze claudicatio en komt meer voor na een trombose vanaf de liesader naar het hart.

    Oorzaken

    Bij een PTS is de afvloed van het been ten gevolge van verstoppingen en vernauwingen in de aderen en eventueel kapotte kleppen verminderd. Hierdoor hoopt zich het bloed in het been met vocht op en neemt de druk in de aderen toe. Deze verhoogde druk in de aderen veroorzaakt schade aan de huid. Hierdoor kan de huid donker, harder worden en uiteindelijk ook kapot gaan met als gevolg een open been/ulcus cruris.

    Lees meer

Sluit de enquête