Behandeling

De volgende behandelingen kunnen mogelijk zijn bij een aortaklepstenose.

  • De arts of gespecialiseerd verpleegkundige kan u verschillende medicijnen voorschrijven voor de behandeling van hartproblemen:

    • Middelen tegen ritmestoornissen zorgen ervoor dat het hartritme weer normaal wordt. 
    • Vaatverwijders zorgen ervoor dat het bloed beter door de vaten naar het hart stroomt. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt bij angina pectoris en hartfalen. Er zijn drie soorten vaatverwijders: nitraten, ACE-remmers en calciumantagonisten.
    • Bloedverdunners zorgen ervoor dat het bloed minder snel stolt. Er zijn twee typen bloedverdunners: antistollingsmiddelen (deels via de trombosedienst) en plaatjesremmers. Artsen schrijven plaatjesremmers voor bij angina pectoris of een hartinfarct en antistollingsmiddelen bij onder andere boezemfibrilleren en een mechanische kunsthartklep.
    • Cholesterolverlagers worden voorgeschreven aan hart- en vaatpatiënten met vernauwingen in de aders. Daarnaast worden deze ook voorgeschreven aan patiënten met een verhoogd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten, bijvoorbeeld door roken, hoge bloeddruk, overgewicht, diabetes en verhoogd cholesterol.
    • Plastabletten hebben effect op de bloeddruk; door het verlies van overtollig vocht met de urine gaat de bloeddruk omlaag. Plastabletten worden onder andere voorgeschreven bij hoge bloeddruk of hartfalen.

    Bovenstaande middelen zijn slechts een kleine greep uit een heel assortiment aan medicatie ten behoeve van hart- en vaatziekten. Uw arts zal tijdens het polikliniekbezoek samen met u bekijken welke medicatie voor u noodzakelijk is.

    Lees meer

  • In uw hart zitten vier hartkleppen: de aortaklep, pulmonalisklep, mitralisklep en tricuspidalisklep. Deze hartkleppen zorgen er door te openen of te sluiten voor dat het bloed in uw lichaam in de juiste richting blijft stromen. Door een hartklepaandoening kan er schade aan het hart ontstaan. Uw hart raakt overbelast en u kunt last krijgen van kortademigheid, pijn op de borst, onregelmatige hartslag, vermoeidheid en duizeligheid bij een inspanning. Er kan sprake zijn een lekkende hartklep (insufficientie), vernauwde hartklep (stenose) of een combinatie van beide. Indien deze aandoening leidt tot klachten of gevolgen heeft voor functioneren van uw hart dan kan een hartklepoperatie noodzakelijk zijn. 

    Wat is een hartklepoperatie?
    Bij een hartklepoperatie beoordeelt de hartchirurg eerst of het mogelijk is om uw hartklep(pen) te repareren. Een reparatie gebeurt met behulp van hartklepplastiek en is vooral bij de mitralisklep en tricuspidalisklep vaak mogelijk. Maar ook de aortaklep kan gerepareerd worden.

    Hartklepvervanging
    Als een hartklepplastiek niet mogelijk is, wordt de beschadigde hartklep vervangen door een prothese. Er zijn twee soorten prothesen: mechanische- en biologische kunstkleppen.

    Mechanische kunstkleppen: de mechanische kunstkleppen zijn gemaakt van duurzaam materiaal zoals kunststof of koolstof en metaal. Ze slijten nauwelijks en gaan in principe levenslang mee. Sommige van deze kleppen zijn duidelijk hoorbaar, andere maken weinig geluid. Wie een mechanische klep krijgt, moet daarna altijd een antistollingsmiddel (bloedverdunner) blijven slikken. Het gebruik van bloedverdunners is belangrijk omdat anders bloedcellen aan de kunstklep kunnen vastkleven en een bloedstolsel op de klep kan ontstaan. Als er een bloedstolsel op de nieuwe klep ontstaat kan de klep niet meer goed openen en sluiten. Er wordt dan bij u regelmatig bloedgeprikt bij de Trombosedienst om te controleren of het bloed niet te dik is. De medewerkers van de Trombosedienst zorgen er voor dat u weet hoeveel tabletjes u dagelijks moet slikken tot de volgende controle. In sommige gevallen is het ook mogelijk uw bloed zelf te controleren met behulp van een vingerprik. U kunt hiervoor informatie opvragen bij de Trombosedienst

     

    Biologische kunstkleppen: de biologische kunstkleppen (of bioprothesen) zijn gemaakt van speciaal bewerkt weefsel van dieren (varkens of runderen) of het zijn donorkleppen van mensen. Menselijke kleppen zijn niet beter dan dierlijke. De biologische kleppen hebben als voordeel dat ze geluidloos zijn en dat u er geen antistollingsmiddel bij hoeft te gebruiken. Het belangrijkste nadeel is dat ze kunnen slijten en soms weer vervangen moeten worden. Bij jongere mensen kan een biologische klep in de loop der jaren ook gaan verkalken en daardoor vernauwd raken. Bij mensen boven de 65 jaar gebeurt dit veel minder en is de levensduur van de kleppen aanvaardbaar. Daarom krijgen mensen van 65 jaar en ouder, die in het  MUMC een hartoperatie ondergaan, meestal een biologische klep. Uw chirurg zal met u bespreken wat voor u de beste klep is. Deze keuze is onder andere afhankelijk van uw leefstijl, toestand van uw hart, eventuele bijkomende ziekten en uw persoonlijke voorkeur.

     

    Hoe gaat de behandeling zijn werk?

    Het hart kan voor een hartklepoperatie op een aantal manieren benaderd worden. Meestal zal de chirurg het borstbeen openen (sternotomie) zodat het hart vrij komt te liggen. In sommige gevallen kan het hart ook benaderd worden via een kleinere sternotomie (minimaal invasieve aortaklepvervanging) of via de ribbenkast (minimal invasieve mitralisklepchirurgie). De hartklepoperatie duurt gemiddeld twee-zes uur, afhankelijk van de soort ingreep. Tijdens de operatie neemt de hart-longmachine de pompfunctie van het hart en de zuurstofvoorziening van het bloed over. Hierdoor kan de hartchirurg de operatie aan een onbeweeglijk hart uitvoeren.

    In het geval van een aortaklepoperatie kan een klassieke operatie te risicovol worden geacht en een nieuwe hartklep via de lies of via de punt van het hart worden ingebracht. Dit heet een TAVI procedure. TAVI staat voor Transcatheter Aortic Valve Implantation en houdt in dat:

    • via een katheter (transcatheter)
    • een nieuwe aortaklep (Aortic Valve)
    • wordt geïmplanteerd (Implantation)

     

    Lees meer

Sluit de enquête