Post-trombotisch syndroom: conservatieve behandeling

Wat is een conservatieve behandeling?

Een conservatieve behandeling betekent “zonder te opereren”. Meestal worden dan medicijnen voorgeschreven, in dit geval antistolling, ook wel bloedverdunners genoemd.

Antistolling

Gebruikelijk is dat patiënten die eenmaal een trombosebeen hebben doorgemaakt na drie tot zes maanden stoppen met de bloedverdunning. Heeft de patiënt tweemaal een trombosebeen gehad, dan krijgt de patiënt levenslang bloedverdunners. Tot voor kort kregen patiënten allemaal bloedverdunners via de trombosedienst, maar de moderne bloedverdunningsmiddelen, waarbij geen controlemetingen via de trombosedienst meer hoeven te worden verricht, zullen in de toekomst de oude middelen grotendeels vervangen.

Een patiënt die conservatief behandeld wordt voor een PTS zal dus afhankelijk hiervan een bloedverdunningsmiddel hebben. Wij zijn van mening dat als de afvloed vanaf de lies naar het hart beperkt is, dat een patiënt mogelijk baat heeft bij het gebruik van een bloedverdunningsmiddel. De reden is dat deze patiënten afhankelijk zijn van de alternatieve routes die het bloed heeft ontwikkeld om de verstopte normale route te omzeilen en dat, ter voorkoming van een nieuwe trombose in zo’n belangrijke omweg, het gebruik van een bloedverdunner mogelijk beter is. Dit zal per patiënt verschillend kunnen zijn.