Diabetes mellitus (suikerziekte)

Diabetes, ook wel suikerziekte genoemd, is een stofwisselingsziekte waarbij de glucosestofwisseling is verstoord. Glucose is een koolydraat, net als zetmeel. Het wordt ook wel suiker genoemd. Dit heeft het lichaam nodig als energiebron. Koolhydraatrijke producten zijn o.a. brood, aardappelen, rijst, past fruit en kristalsuiker. Normaal hebben mensen precies genoeg glucose, of bloedsuiker, in het bloed. Het hormoon insuline zorgt hiervoor. De alvleesklier krijgt een signaal om dit hormoon aan te maken als het bloedsuikergehalte in het bloed te hoog is. Insuline zorgt er dan voor dat het bloedsuikergehalte in het bloed daalt tot een normaal niveau. Bij diabetes werkt dit systeem niet goed en is de bloedsuikerstofwisseling verstoord. Vandaar dat mensen met diabetes zelf insuline en koolhydraatrijke producten innemen om zo zelf de juiste balans in de bloedsuikerspiegel aan te brengen. Er zijn 2 soorten diabetes:

  • Diabetes type 1
  • Diabetes type 2

Mensen met diabetes type 1 maken niet of nauwelijks insuline aan. Door het gebrek aan insuline stijgt het bloedsuikergehalte in het bloed. Diabetes type 1 komt vooral voor bij kinderen en jongvolwassenen. De oorzaak van type 1 is nog niet helemaal duidelijk. Dit kan te maken hebben met erfelijkheid, gluten of een virus. Mensen met diabetes type 2 maken wel insuline aan, maar te weinig. Hierdoor worden de cellen in het lichaam geleidelijk minder gevoelig voor insuline. Meestal ontstaat deze aandoening bij mensen van middelbare leeftijd. Vroeger sprak men ook wel van ouderdomsdiabetes. Deze benaming klopt niet meer. Diabetes type 2 komt ook op jongere leeftijd voor. Dit heeft onder andere te maken met onze leefstijl

Diabetes is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Diabetespatiënten hebben een grotere kans op het krijgen van een hart- of vaatziekte. Daarnaast krijgen veel mensen met diabetes problemen met hun ogen en nieren.